Financiële gang van zaken 2024

Het exploitatieoverschot over 2024 bedraagt € 8,4 miljoen positief (2023: € 0,9 miljoen positief), ten opzichte van een begroot resultaat van € 0,5 miljoen positief.

Ontwikkeling baten en lasten

Wat zijn de belangrijkste verschillen in de baten en lasten als we kijken naar 2024 en de begroting van 2024?

Ontwikkeling baten

Rijksbijdragen OCW

Ten opzichte van de begroting zijn de totale rijksbijdragen OCW € 5,4 miljoen hoger uitgevallen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hoger dan begrote loon- en prijscompensatie binnen de reguliere rijksbijdragen en een (per saldo) lichte stijging van de overige subsidies van OCW.

Overige overheidsbijdragen

In 2024 zijn geen WEB-middelen ontvangen en begroot in het kader van educatie trajecten.

Cursusgelden bve

De cursusgelden binnen de sector MBO hebben betrekking op de geïnde wettelijke cursusgelden van BBL- en vavo-studenten. De opbrengsten hiervan zijn in 2024 nagenoeg in lijn met de begroting.

Baten werk in opdracht van derden

De opbrengsten liggen ruim € 0,1 miljoen boven de begroting met name omdat er in 2024 meer groepen dan verwacht binnen de onderwijsroute zijn gestart (onderwijs aan nieuwkomers in opdracht van gemeenten).

Overige baten

Ten opzichte van de begroting is een stijging van € 0,7 miljoen zichtbaar. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een toename van externe detacheringen en een stijging van de opbrengsten uit externe projectgelden.

Ontwikkeling lasten

Personeelslasten

Ten opzichte van de begroting zijn de totale personeelslasten € 2,1 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

  • de CAO-loonstijgingen van 3% per 1 januari 2024 en 2,95% per 1 juni 2024, evenals de eenmalige bruto-uitkeringen van € 750 per fte in juni en € 550 per fte in oktober;

  • een stijging van de pensioenpremies als gevolg van hogere salarissen en een hogere pensioengrondslag;

  • een hogere inhuur van externe medewerkers dan oorspronkelijk begroot;

  • hogere uitkeringen in verband met ziekte;

  • diverse lagere kosten welke zijn opgenomen onder de overige personeelslasten voor onder andere werving en selectie, vrijval van verlofuren van medewerkers alsmede lagere reiskosten medewerkers.

Afschrijvingslasten

Ten opzichte van de begroting is de realisatie bijna € 0,6 miljoen lager, voornamelijk als gevolg van het doorschuiven van investeringen.

Huisvestingslasten

De totale huisvestingslasten zijn ten opzichte van de begroting bijna € 0,4 miljoen lager, voornamelijk als gevolg van lagere energielasten en lagere huurlasten.

Overige lasten

Ten opzichte van de begroting is sprake van een aanzienlijke daling van de kosten met bijna € 2,3 miljoen. Deze daling wordt met name veroorzaakt door aanzienlijke lagere kosten van circa € 1,3 miljoen op project- en advieskosten, een afname van € 0,8 miljoen op de kosten voor uitbesteed onderwijs en een daling van de examen- en activiteitsgebonden kosten ten behoeve van studenten.

Ontwikkeling financiële baten en lasten

De rentebaten zijn ten opzichte van de begroting € 0,5 miljoen hoger, aangezien de rente-inkomsten in de begroting te voorzichtig waren ingeschat. De rentelast is de komende jaren stabiel in verband met de gunstigere rentecondities door het Schatkistbankieren (0,1% rente inclusief risico-opslag).

Een verdere specificatie/onderbouwing van bovenstaande posten in de staat van baten en lasten en vergelijking met 2023 is opgenomen in de toelichting bij de jaarrekening.

Vermogenspositie

Solvabiliteit

De solvabiliteit, de verhouding van het eigen vermogen ten opzichte van het totaal vermogen, is ultimo 2024 gestegen naar 66,7% en is hiermee 3,3% hoger dan ultimo 2023 (63,4%). De solvabiliteit ligt hiermee ruim boven het solvabiliteitspercentage dat Aventus intern hanteert en dat ook de Onderwijsinspectie hanteert als signaleringswaarde (ondergrens) van 30%.

Liquiditeit (Current ratio)

De current ratio, de verhouding tussen de vlottende activa en kortlopende schulden, is ultimo 2024 ten opzichte van ultimo 2023 gestegen en komt nu uit op 1,25 (2023: 0,94). De current ratio bevindt zich daarmee nog steeds ruim binnen de door Aventus en Onderwijsinspectie gehanteerde signaleringsgrens (ondergrens) van 0,50.

Signaleringswaarden bovenmatig publiek eigen vermogen

Met ingang van verslagjaar 2020 moeten besturen zich over de hoogte van hun reserves verantwoorden aan de hand van de signaleringswaarde. Hierbij wordt uitgegaan van het ‘comply or explain’ principe: alleen besturen waarbij de signaleringswaarde ‘bovenmatig eigen vermogen’ wordt overstegen, zijn verplicht om een nadere toelichting te geven.

Het publiek eigen vermogen komt boven de signaleringswaarde uit, als het feitelijk eigen vermogen (zoals blijkt uit de balans) hoger is dan het normatief eigen vermogen (het specifiek berekend eigen vermogen dat een onderwijs- instelling redelijkerwijs nodig heeft om bezittingen te financieren en risico’s op te vangen).

Aventus heeft de signaleringswaarde voor verslagjaar 2024 getoetst en hieruit blijkt dat het feitelijke eigen vermogen 70% (2023: 64%) van het normatieve eigen vermogen is. Bij Aventus is dus geen sprake van bovenmatig publiek eigen vermogen. Dit vermogen is berekend op basis van de rekenhulp die op de site van de Onderwijsinspectie is opgenomen.

Treasurymanagement

De Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 door instellingen voor onderwijs en onderzoek, is het uitgangspunt van het treasurystatuut van Aventus. Hierin staan de formele richtlijnen waarbinnen de treasuryactiviteiten van Aventus moeten plaatsvinden alsmede de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken functionarissen beschreven.

Passend binnen de uitgangspunten van het treasurystatuut neemt Aventus met ingang van 2021 deel aan schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. In dit kader zijn alle publieke middelen van Aventus overgeheveld naar de rekening-courant faciliteit van het ministerie van Financiën en wordt dagelijks het saldo op de betaalrekeningen bij de Rabobank afgeroomd naar deze rekening-courant. Bijkomstig voordeel bij schatkistbankieren is dat over het uitstaande saldo op de bankrekeningen er een ondergrens is van 0% bij de rekening-courant faciliteit van het ministerie van Financiën.

In 2021 bracht Aventus tevens haar financiering onder bij het ministerie van Financiën. De financiering is aangegaan voor € 10,8 miljoen met een looptijd van 25 jaar, waarbij jaarlijks lineair wordt afgelost. De rente staat de gehele looptijd vast op 0,1%. Voor de financiering is een garantstelling ontvangen van het ministerie van OCW.

Onderstaand de belangrijkste voordelen van schatkistbankieren:

  • zekerheid over lage rentelasten op lange termijn (rentevast tot einde looptijd (25 jaar));

  • door lagere rente ontstaat (structurele) begrotingsruimte in de exploitatie;

  • geen onzekerheid over risico-opslagen (rente-opslagrisico) op rente bij private banken;

  • betrouwbare tegenpartij (zeer laag tegenpartijrisico);

  • schatkistbankieren geeft toegang tot een kredietfaciliteit (liquiditeitsrisico).

Deze vorm van financiering biedt ruimte en zekerheid voor de toekomst. De (financiële) continuïteit van Aventus is hiermee gewaarborgd en wij hebben duurzame toegang tot financieringsmogelijkheden binnen het schatkistbankieren (waaronder een afgesloten kredietfaciliteit van € 9,5 miljoen). De financiële risico’s zijn als gevolg van deze transactie geminimaliseerd, beheerskosten van de leningen zijn verminderd en het renteresultaat geoptimaliseerd.

Aventus heeft ultimo 2024 geen beleggingen.

Zie hoofdstuk 9 voor overige, niet genoemde financiële instrumenten en -risico’s.

Doelmatigheid

Wij hechten veel waarde aan een doelmatige besteding van de financiële middelen. Onze solide financiële positie waarborgt de continuïteit van onze organisatie en onze bijdrage aan de regio

Door de solide financiële positie vinden wij het wenselijk en verantwoord om extra in de organisatie en het onderwijs te investeren, zoals de invoering van onze onderwijsvisie.