Continuïteitsparagraaf
Met de inwerkingtreding van de wet versterking bestuurskracht in het onderwijs is de continuïteitsparagraaf onderdeel geworden van het bestuursverslag. In deze paragraaf geven we inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen aan de hand van meerjarenramingen. Omdat Aventus geen grote investeringen voorziet voor de komende jaren, wordt volstaan met een raming van drie jaren vooruit conform de wet versterking bestuurskracht. De basis voor deze meerjarenramingen liggen in de planning & control cyclus bij de totstandkoming van het jaarplan inclusief de begroting die in het najaar van ieder kalenderjaar wordt vastgesteld.
In de meerjarenbegroting 2025-2027 is de verwachte normatieve rijksbijdrage bepaald op basis van de verwachte ontwikkelingen in studentenaantallen en het daarmee samenhangende aandeel voor Aventus in het landelijk macrobudget.
Studentenaantallen en ontwikkeling personeel (fte’s)
De meerjarenbegroting is qua kosten gebaseerd op de studentenaantallen op 1 oktober voorafgaand aan het boekjaar. De begroting 2025 is derhalve gebaseerd op het studentenaantal 2024 in het onderstaande overzicht. Het werkelijk aantal ingeschreven studenten op de laatste peildatum is opgenomen bij de kerncijfers van dit bestuursverslag. Wij verwachten dat het aantal (ongewogen) mbo-studenten de komende jaren stabiliseert. Onderliggend verwachten wij:
op basis van de landelijke referentieraming van de MBO-Raad voor onze regio voor wat betreft de BOL- studenten en de ontwikkelingen rondom de activiteit Leven Lang Ontwikkelen (LLO), een lichte stijging van het studentenaantal
door het stopzetten van het contract met Yuverta (uitbesteed onderwijs) een daling van het studentenaantal.
Het aantal fte onderwijzend personeel volgt op hoofdlijn de ontwikkeling van de gewogen studentenaantallen. De afname van fte’s is mede het gevolg van de interventies die begin 2024 zijn ingezet om de organisatie en processen toekomstbestendig te maken. Hierdoor neemt met name de formatie van de ondersteuning af (categorie indirect onderwijsondersteunend personeel).
De opgenomen aantallen studenten en fte’s, inclusief inhuur van extern personeel, zijn de grondslagen voor de meerjarenbegroting en kunnen daarmee afwijken van de werkelijke aantallen op de verschillende teldata.
Meerjarenraming van de balans en baten en lasten
In het jaarplan wordt ook de ontwikkeling van de balans, de resultatenrekening en de liquiditeit voor de komende jaren geraamd. We lichten toe welke uitgangspunten we hanteren. De gepresenteerde meerjarenramingen zijn onderdeel van het jaarplan 2025, dat de raad van toezicht in december 2024 heeft vastgesteld. Conform de richtlijnen voor de jaarverslaggeving wordt de laatst vastgestelde meerjarenraming opgenomen in de Continuïteitsparagraaf.
Door de robuuste financiële positie van Aventus vinden wij het wenselijk en verantwoord om de komende periode extra in de organisatie en het onderwijs te investeren, zoals de invoering van onze onderwijsvisie en verdere digitalisering van onze onderwijsprocessen en ondersteunende processen.
De financiële positie in 2025 blijft met een solvabiliteit van 65% (2024: 67%) en een liquiditeitsratio van 0,9 (2024: 1,3) robuust. In deze meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met inflatie, ervan uitgaande dat loon- en prijsstijgingen worden gecompenseerd door OC&W.
De publieke bestemmingsreserves ultimo 2024 zullen in 2025 worden ingezet. Onder de post voorzieningen zijn alleen personele voorzieningen opgenomen welke de komende jaren naar verwachting stabiel zullen blijven.
In de meerjarenbegroting wordt voor de jaren 2026 en 2027 uitgegaan van een rendement van 0,4% en 0,1% mede als gevolg van de benodigde tijdspanne om de processen toekomstbestendig te maken. Hiermee wordt invulling gegeven aan de behoefte om zoveel mogelijk geld te investeren in het onderwijs, wat gegeven de robuuste financiële positie van Aventus ook mogelijk is. Onder de baten werk in opdracht van derden is in 2025 de financiering van de onderwijsroute (een van de leerroutes van het inburgeringsstelsel) opgenomen, daarnaast is meerjarig de verdere ontwikkeling van LLO (denk aan derde leerwegcertificaten, microcredentials en soortgelijke trajecten) en daarmee samenhangende baten zichtbaar.
Verder is in de meerjarenbegroting rekening gehouden met continuering van het huidige huisvestingsbeleid. In de loop van 2025 zal aan de hand van strategische huisvestingsplannen, inclusief mogelijke investeringsbehoefte voortvloeiend uit de landelijke duurzaamheidsagenda, de financieringsbehoefte en -voorwaarden worden vastgesteld. Mede aan de hand van de uitkomsten daarvan zal in 2025 het meerjarenperspectief opnieuw beoordeeld worden. De stijging van de materiële vaste activa van ultimo 2024 naar ultimo 2025 is enerzijds het gevolg van de in 2025 geplande investeringen en anderzijds van het hogere verwachte investeringsniveau voor 2024, zoals dat is opgenomen bij het opstellen van de (meerjaren)begroting.