Financiële gang van zaken 2023
Het exploitatieoverschot over 2023 bedraagt € 0,9 miljoen positief (2022: € 4,0 miljoen positief), ten opzichte van een begroot resultaat van € 2,2 miljoen negatief.
Ontwikkeling baten en lasten
Wat zijn de belangrijkste verschillen in de baten en lasten als we kijken naar 2023 en de begroting van 2023?
Ontwikkeling baten
Realisatie |
Begroting |
||
(in duizenden euro's) |
2023 |
2023 |
Verschil |
Rijksbijdragen OCW |
105.119 |
98.303 |
6.816 |
Overige overheidsbijdragen |
0 |
0 |
0 |
Cursusgelden bve |
2.166 |
2.112 |
54 |
Baten werk in opdracht van derden |
949 |
677 |
272 |
Overige baten |
3.844 |
3.355 |
489 |
112.078 |
104.447 |
7.631 |
Rijksbijdragen OCW
De totale rijksbijdragen OCW zijn ten opzichte van de begroting € 6,8 miljoen hoger uitgevallen. Dit betreft hoger dan begrote reguliere rijksbijdragen van ruim € 5,9 miljoen wat met name wordt verklaard door hoger dan begrote rijksbijdragen mbo en vavo door de loon- en prijscompensatie en een stijging ten opzichte van de begroting van de overige subsidies OCW van € 0,9 miljoen welke grotendeels wordt verklaard door hoger dan begrote opbrengsten uit overige geoormerkte en ongeoormerkte subsidies door onder andere nieuwe subsidies.
Overige overheidsbijdragen
In 2023 zijn geen WEB-middelen ontvangen en begroot in het kader van educatie trajecten
Cursusgelden bve
De cursusgelden sector MBO betreffen de deeltijd- en vavo-studenten wettelijke cursusgelden. De opbrengst van wettelijke cursusgelden zijn in 2023 nagenoeg gelijk aan de begroting.
Baten werk in opdracht van derden
De verwachte opbrengsten uit contractonderwijs zijn in 2023 ten opzichte van de begroting van 2023 gestegen omdat er bij het opstellen van de begroting nog geen rekening is gehouden met trajecten met betrekking tot de onderwijsroute (sector B&L).
Overige baten
Ten opzichte van de begroting is er een stijging van € 0,5 miljoen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door meer externe detacheringen (€ 0,2 positief) en hogere opbrengsten door een stijging van het aantal uitbestede studenten vanuit het voorgezet onderwijs (Rutte-leerlingen).
Ontwikkeling lasten
Realisatie |
Begroting |
||
(in duizenden euro's) |
2023 |
2023 |
Verschil |
Personeelslasten |
83.104 |
79.314 |
3.790 |
Afschrijvingen |
4.889 |
4.996 |
-107 |
Huisvestingslasten |
7.630 |
7.083 |
547 |
Overige lasten |
16.098 |
15.289 |
809 |
111.721 |
106.682 |
5.039 |
Personeelslasten
Ten opzichte van de begroting zijn de totale personeelslasten met bijna € 3,8 miljoen gestegen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
de eerdergenoemde Algemene Salaris Maatregel vanuit de CAO afspraken: een stijging van 4,57% per 1-7-2023 en een eenmalige uitkering van € 1.000 bruto per fte en een verhoging van alle salarisbedragen met nominaal € 100.
een stijging van de lonen en salarissen door de inzet van meer fte’s.
een meevaller in de pensioenlasten doordat er in de begroting geen rekening is gehouden met het wegvallen van de eerder genoemde werkgeverspremie VPL
hoger inhuur dan begroot van externe medewerkers, met name als gevolg van ziektevervanging en hogere uurtarieven.
Een verdere specificatie/onderbouwing is opgenomen in de toelichting bij de jaarrekening.
Afschrijvingslasten
De afschrijvingslasten zijn in 2023 ten opzichte van de begroting met € 0,1 miljoen achtergebleven, mede door uitblijven en doorschuiven van investeringen.
Huisvestingslasten
De totale huisvestingslasten zijn ruim € 0,5 miljoen hoger dan begroot. Ondanks dat in de begroting al rekening was gehouden met een forse stijging van de energielasten zijn deze uiteindelijk nog hoger uitgevallen.
Overige lasten
In vergelijking met de begroting 2023 zien wij dat de totale overige lasten € 0,8 miljoen hoger zijn dan de begroting. Dit wordt met name veroorzaakt door hogere vergader- en cateringkosten, stijging van kosten voor uitbesteed onderwijs en daarnaast lagere kosten voor externe project- en advieskosten.
Ontwikkeling financiële baten en lasten
Realisatie |
Begroting |
||
(in duizenden euro's) |
2023 |
2023 |
Verschil |
Rentebaten / overige financiële baten |
540 |
60 |
480 |
Rentelasten / overige financiële lasten |
-10 |
-10 |
0 |
530 |
50 |
480 |
De totale financiële baten en lasten zijn in 2023 ten opzichte van de begroting ruim € 0,5 miljoen beter. Dit is veroorzaakt doordat er vanaf september 2022 weer rente is ontvangen (rentebaten) over de creditgelden welke het afgelopen jaar ook nog aanzienlijk zijn gestegen. Bij het opstellen van de begroting is geen rekening gehouden met deze sterke stijging van de rente. De rentelast is de komende jaren stabiel in verband met de gunstigere rentecondities door het Schatkistbankieren (0,1% rente inclusief risico-opslag).
Vermogenspositie
Solvabiliteit
De solvabiliteit, de verhouding van het eigen vermogen ten opzichte van het totaal vermogen, is ultimo 2023 gedaald naar 63,4% en is hiermee 1,2% lager dan ultimo 2022 (64,6%). De solvabiliteit ligt hiermee ruim boven het solvabiliteitspercentage dat Aventus intern hanteert en dat ook de Onderwijsinspectie hanteert als signaleringswaarde (ondergrens) van 30%.
Liquiditeit (Current ratio)
De current ratio, de verhouding tussen de vlottende activa en kortlopende schulden, is ultimo 2023 ten opzichte van ultimo 2022 gedaald en komt nu uit op 0,94 (2022: 1,00). De current ratio bevindt zich daarmee nog steeds ruim binnen de door Aventus en Onderwijsinspectie gehanteerde signaleringsgrens (ondergrens) van 0,50.
Signaleringswaarden bovenmatig publiek eigen vermogen
Met ingang van verslagjaar 2020 moeten besturen zich over de hoogte van hun reserves verantwoorden aan de hand van de signaleringswaarde. Hierbij wordt uitgegaan van het ‘comply or explain’ principe: alleen besturen waarbij de signaleringswaarde ‘bovenmatig eigen vermogen’ wordt overstegen, zijn verplicht om een nadere toelichting te geven.
Het publiek eigen vermogen komt boven de signaleringswaarde uit, als het feitelijk eigen vermogen (zoals blijkt uit de balans) hoger is dan het normatief eigen vermogen (het specifiek berekend eigen vermogen dat een onderwijs- instelling redelijkerwijs nodig heeft om bezittingen te financieren en risico’s op te vangen).
Aventus heeft de signaleringswaarde voor verslagjaar 2023 getoetst en hieruit blijkt dat het feitelijke eigen vermogen 64% (2022: 65%) van het normatieve eigen vermogen is. Er is bij Aventus dus geen sprake van bovenmatig publiek eigen vermogen. Dit vermogen is berekend op basis van de rekenhulp die op de site van de Onderwijsinspectie is opgenomen.
Treasurymanagement
De Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 door instellingen voor onderwijs en onderzoek, is het uitgangspunt van het treasurystatuut van Aventus. Hierin staan de formele richtlijnen waarbinnen de treasuryactiviteiten van Aventus moeten plaatsvinden alsmede de rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken functionarissen beschreven.
Passend binnen de uitgangspunten van het treasurystatuut neemt Aventus met ingang van 2021 deel aan schatkistbankieren bij het ministerie van Financiën. In dit kader zijn alle publieke middelen van Aventus overgeheveld naar de rekening-courant faciliteit van het ministerie van Financiën en wordt dagelijks het saldo op de betaalrekeningen bij de Rabobank afgeroomd naar deze rekening-courant. Bijkomstig voordeel bij schatkistbankieren is dat over uitstaande saldo op de bankrekeningen er een ondergrens is van 0% bij de rekening-courant faciliteit van het ministerie van Financiën.
In 2021 bracht Aventus tevens haar financiering onder bij het ministerie van Financiën. De financiering is aangegaan voor € 10,8 miljoen met een looptijd van 25 jaar, waarbij jaarlijks lineair wordt afgelost. De rente staat de gehele looptijd vast op 0,1%. Voor de financiering is een garantstelling ontvangen van het ministerie van OCW.
Onderstaand de belangrijkste voordelen van schatkistbanieren:
zekerheid over lage rentelasten op lange termijn (rentevast tot einde looptijd (25 jaar));
door lagere rente ontstaat (structurele) begrotingsruimte in de exploitatie;
geen onzekerheid over risico-opslagen (rente-opslagrisico) op rente bij private banken;
betrouwbare tegenpartij (zeer laag tegenpartijrisico);
schatkistbankieren geeft toegang tot een kredietfaciliteit (liquiditeitsrisico).
Deze vorm van financiering biedt ruimte en zekerheid voor de toekomst. De (financiële) continuïteit van Aventus is hiermee gewaarborgd en wij hebben duurzame toegang tot financieringsmogelijkheden binnen het schatkistbankieren (waaronder een afgesloten kredietfaciliteit van € 9,5 miljoen). De financiële risico’s zijn als gevolg van deze transactie geminimaliseerd, beheerskosten van de leningen zijn verminderd en het renteresultaat geoptimaliseerd.
Aventus heeft ultimo 2023 geen beleggingen.
Zie hoofdstuk 7 (new window) voor overige, niet genoemde financiële instrumenten en -risico’s.
Doelmatigheid
Wij hechten veel waarde aan een doelmatige besteding van de financiële middelen. Onze solide financiële positie waarborgt de continuïteit van onze organisatie en onze bijdrage aan de regio
Door de solide financiële positie vinden wij het wenselijk en verantwoord om extra in de organisatie en het onderwijs te investeren, zoals de invoering van onze onderwijsvisie.